Slaapregressies: hoe je je kind (en jezelf) erdoorheen helpt

Okee, mama, herken je dit? Je kind sliep altijd fantastisch, je dacht dat je alle slaapproblemen had overwonnen… en ineens is het feest: wakker worden midden in de nacht, dutjes die helemaal niet meer lukken en jij zit erbij met wallen tot op je knieën. Oeps....welkom in de wereld van de slaapregressies.

Ik weet dat dit enorm frustrerend kan zijn. Gelukkig zijn er manieren om hier liefdevol én praktisch mee om te gaan, met een combinatie van rust, structuur én mijn holistische NEI-aanpak, zodat je baby leert ontspannen én jij wat ademruimte krijgt.

Wat is een slaapregressie eigenlijk?

Een slaapregressie is een periode waarin je baby of peuter die altijd goed sliep, ineens slechter gaat slapen. Dit kan zijn dat hij ’s nachts vaker wakker wordt, dutjes overslaat of moeilijker in slaap te krijgen is. Het klinkt misschien als een ramp, maar eigenlijk is het een teken dat je kindje zich ontwikkelt. Je baby groeit, leert nieuwe vaardigheden en wordt steeds meer bewust van de wereld om zich heen. Maar helaas, dat heeft vaak wel even invloed op zijn slaap.

Slaapregressie versus ‘fase’

Ouders noemen het vaak een ‘fase’, maar een regressie gaat verder dan dat. Een fase klinkt alsof het vanzelf overgaat; een regressie is echt een verandering in de slaapbehoefte van je kindje. Nieuwe vaardigheden, zoals rollen, kruipen of leren praten, maar ook tijdelijke factoren zoals ziekte of een veranderde slaapomgeving, kunnen zorgen voor korte of langere terugvallen. Een slaapregressie duurt doorgaans zo'n 2-6 weken. 

Signalen dat je baby een slaapregressie doormaakt

Let op deze tekenen:

• Kortere of lastigere dutjes overdag

• ’s Nachts vaker wakker worden

• Oververmoeidheid door slechte slaap

• Verzet tegen bedtijd of dutjes

• Moeilijk zelfstandig in slaap vallen

• Meer huilen of jengelen zonder duidelijke reden

Klinkt herkenbaar he? Je bent niet alleen 😊

Rond welke leeftijden komen slaapregressies voor?

Er zijn een paar “klassiekers” die veel ouders tegenkomen:

• 8 weken: je baby wordt alerter en dutjes zijn minder voorspelbaar

• 4 maanden: de grote eerste slaapverandering; slaapcycli worden volwassener (deze merken de meeste ouders héél goed)

• 8–10 maanden: kruipen, staan, ontdekken en vaak ook verlatingsangst

• 12–15 maanden: overgang van twee naar één dutje

• 2 jaar: peuter met sterke wil en verlatingsangst

• 18 maanden en 3 jaar: geen officiële regressies, maar vaak wel tijdelijke veranderingen in slaap

Elke regressie heeft zijn eigen dynamiek en duurt vaak maar een paar weken (behalve de ellendige 4-maanden-regressie, die echt vraagt om oefening in zelf in slaap vallen).

Hoe beïnvloedt een regressie slaapcycli en slaapassociaties?

Rond de 4 maanden verandert je baby’s slaapcyclus: van lange blokken doorslapen naar meerdere kortere cycli. Hierdoor kan hij vaker wakker worden. Slaapassociaties veranderen ook: als je baby gewend is om in te slapen met voeding, wiegen of tikjes, dan zal hij dit nu vaker nodig hebben tussen de slaapcycli door. Dit is helemaal normaal, maar vraagt vaak veel van jou als ouder. Veel ouders beginnen kort hierna daarom ook met slaaptraining. Niet alleen omdat zij 'opeens' heel veel nodig zijn om hun kindje te helpen en het hen opbreekt, maar ook omdat een kindje vanafit moment de vaardigheid ontwikkelt om zelfstandig in- en door te kunnen slapen. 

Tips om een slaapregressie te overleven

1. Houd vast aan een routine
   Consistentie  is de snelste manier door een slaapregressie heen. Vaste bedtijden, dutjes en een rustige avondroutine helpen je baby te ontspannen.

2. Zelfstandig in slaap leren vallen
   Leg je baby slaperig, maar nog wakker, in bed. Zo leert hij zichzelf te kalmeren en door de slaapcycli heen te komen.

3. Rust, structuur én liefde
   Overprikkelde kindjes hebben vooral houvast nodig. Een donkere kamer, rustige geluiden en zachte aanrakingen helpen daarbij.

4. NEI en holistische ondersteuning
   Soms zit de blokkade die het slapen lastig maakt niet alleen in het lijfje van je kindje, maar ook in emoties of energie. Met NEI kijk ik naar de emotionele en energetische balans van je baby én jou als ouder, zodat jullie samen rustiger en meer ontspannen kunnen slapen.

5. Vraag om hulp
   Een grootouder, partner of vriend die een dutje overneemt kan je letterlijk even lucht geven. Zorg dat je zelf ook wat kan opladen tussendoor.

6. Blijf doorgaan
   Ja, het is zwaar, maar onthoud: dit gaat voorbij. Elke regressie is echt tijdelijk en onderdeel van de groei van je kindje.

Kom je er zelf niet uit?

Ik help ouders zoals jij door middel van slaapconsulten en 1-op-1 trajecten. Met een combinatie van praktische slaapadviezen én NEI-sessies begeleiden we je baby en jou naar betere nachten – vaak merk je binnen enkele dagen al verschil.